U bent hier:

Chemicals Strategy for Sustainability: Een succes of een ramp?


De volle titel van dit project dat de Europese Commissie in oktober vorig jaar lanceerde, luidt: «Strategie voor duurzame chemische stoffen op weg naar een gifvrij milieu». Een gebalde, ambitieuze omschrijving waarachter een algemene herziening schuil gaat van de strategie inzake chemische producten, dit met de bedoeling de bestaande wetgeving aan te passen en zo nodig bijkomende hulpmiddelen toe te voegen. Bij de bekendmaking ervan leek het project haalbaar, maar… er is een maar.

De strategie inzake chemische producten maakt deel uit van de «Green Deal», die op de eerste plaats bedoeld is om Europa tegen 2050 klimaatneutraal te maken. De uitrol van de strategie inzake chemische producten, die meer dan 50 maatregelen omvat, zal verregaande gevolgen hebben voor de chemische industrie en voor de gebruikers van chemische producten. Het is onder meer de bedoeling om de REACh- en de CLP-verordeningen te wijzigen en aan te scherpen. Het betreft hier met name nieuwe verstrekkende eisen inzake data, gebruiksbeperkingen en een volledige regelgeving voor groepen stoffen met bepaalde eigenschappen. Ook is sprake van het opnemen van nieuwe gevarenklassen in de CLP-verordening, een veiligheidsfactor voor mengsels en het begrip ‘essentialiteit van producten’. Algemeen beschouwd zal de hele wetgeving inzake chemische producten meer focussen op de gevaren dan op de risico’s vanwege de concentraties in de blootstellingsscenario's. Toch was het Paracelsius die al wist: «Alle dingen zijn vergif en niets is zonder gif. De hoeveelheid alleen maakt dat iets giftig is.»

En op dat punt was de REACh-verordening (Registratie, Beoordeling, Autorisatie van chemische stoffen) van de jaren 2000 een zegening. De wetgeving vóór REACh haalde niet zijn doel, met name alle chemische stoffen aan een beoordeling onderwerpen. Dankzij REACh is iedereen het vandaag de dag erover eens dat op een vijftien jaar tijd de Europese maatschappij een nooit eerder geziene kennis van chemische producten opgebouwd heeft. Om daartoe te komen, hebben de bedrijven die stoffen vervaardigen maar ook de bedrijven die ze in mengsels gebruiken om er eindproducten van te maken, meer dan ooit geïnvesteerd in naleving van de regelgeving. Grotere teams en budgetten werden ingezet om dit complexe regelgevende kader te kunnen integreren en om de informatie correct en op bruikbare wijze door te geven overal in de toeleveringsketen, dit tot en met de eindgebruiker.

De uitrol van de strategie inzake chemische producten, die meer dan 50 maatregelen omvat, zal verregaande gevolgen hebben voor de chemische industrie

Tijdens hetzelfde decennium heeft de Europese wetgever de oefening verder aangevuld met de goedkeuring van de CLP-verordening (Indeling, Etikettering en Verpakking), die geacht wordt de drager te zijn van alle kennis die dankzij REACh ingezameld werd. De toepassing van de CLP-verordening voor beroepsmatige en industriële producten (dit wil zeggen producten waarvoor de eindgebruiker, naast het etiket, doorgaans completere ondersteuning krijgt), is zeker een stap voorwaarts, aangezien deze verordening het mogelijk maakt om met kennis van zaken met de hele wereld handel te drijven. Het feit echter dat dezelfde communicatieregels ook toegepast werden op producten voor het grote publiek, was een stuk minder gelukkig. Welke doorsnee consument immers is in staat de informatie en de pictogrammen die op een CLP-etiket staan, te ontcijferen? Vanuit die ervaring is het belangrijk dat toepassing van de CSS de vastgestelde tekorten zou oplossen, zonder andere problemen te veroorzaken, en vooral ook zonder uit het oog te verliezen wat de reële inzet is: duurzame ontwikkeling.

Innovatie als drijvende kracht

Om goed te begrijpen hoe deze strategie zodanig uitgerold moet worden dat zij een succes zou worden op de lange termijn, is nood aan een gedurfde en ongewone aanpak: een juiste uitrol van de CSS vergelijken met de “gastronomie van de diëtiek”. Vandaag de dag is het genoegzaam bekend dat diëten die in hoofdzaak bestaan uit vasten en geen rekening houden met de individuele behoeften, gedoemd zijn om een tegenovergesteld resultaat te bereiken. Diëtisten doen er dus alles aan om ervoor te zorgen dat afslanken wel het uitgangsdoel blijft maar niet het enige doel is. In dat geval hebben zij het over ‘opnieuw leren eten en drinken, om lang en gezond te leven’. Zij passen de principes toe van de “gastronomie van de diëtiek”. Diëtiek is de wetenschap van de voedingshygiëne en berust op voortdurend veranderende wetenschappelijke en medische kennis. Dankzij een wetenschappelijke aanpak worden de valstrikken vermeden van diëten die op een bepaald ogenblik «in» zijn, het ene al idioter dan het andere. Daarnaast is er de gastronomie, de kunst van het lekker eten. Deze aanvulling op de diëtiek beklemtoont het feit dat het belangrijk is opnieuw genoegen te scheppen in goed eten, en dat wij altijd beter slagen in wat wij graag, met genoegen doen.

Terug nu naar de CSS. Indien de «kuur» de chemische producten zijn en de veiligheid voor de menselijke gezondheid en het leefmilieu de pendant van gewichtsverlies, waar kunnen wij het genoegen vinden in de CSS-vergelijking? In innovatie natuurlijk. Het is innovatie die ons in staat zal stellen de toekomst met vertrouwen aan te vatten, op zoek naar voortdurende verbetering, hét stokpaardje van duurzame ontwikkeling. Het is innovatie die de drijvende kracht wordt van de chemische industrie en die van dit grote project en succes kan maken gespreid over vele decennia.

Nu de strategie groen licht gekregen heeft, moeten wij ervoor zorgen dat bij elke stap in de uitrol ervan, dit genoegen gehandhaafd blijft.