U bent hier:

3. Voorbereiding van het oppervlak voor een optimale hechting

 

 

AL DEZE VOORZORGEN ZIJN ZINLOOS ALS DE OPPERVLAKKEN WAAROP HET AFDICHTINGSSYSTEEM MOET WORDEN AANGEBRACHT NIET GOED VOORBEREID ZIJN.

 

Inleiding


Het meest voorkomend gebrek in afgedichte voegen is verlies van hechting.
Voor de duurzaamheid van de afdichting op lange termijn is het nodig om:

  1. een kit (of kit/primer-combinatie) te gebruiken die een goede hechting geeft,
  2. de kit correct aan te brengen op degelijk voorbereide ondergronden,
  3. ervoor te zorgen dat de hechting voldoende is om bestand te zijn tegen mechanische belastingen en overige spanningen waaraan de afgedichte voeg kan worden blootgesteld.

Kitsystemen zijn geformuleerd om te hechten aan vele verschillende materialen.
Het is mogelijk dat een kit hechting verliest:

  1. omdat zijn eigenschappen zijn veranderd (bv. verharden, verbrossen, krijten) en de voegkit de zwakke schakel in de voeg is geworden, of
  2. omdat de voegkit zelf beschadigd is door een externe factor (bv. water, aantasting door uv-stralen).

Deze twee oorzaken van hechtingsproblemen kunnen worden voorkomen door de juiste kit (kit/primer) te kiezen.

 

De principes van hechting


Voor een goede hechting is het volgende vereist :

1. Goed contact

De kit moet in zeer nauw contact komen met het oppervlak. Alleen door in nauw contact te komen met het hele oppervlak wordt de hechting maximaal.
Dit is gemakkelijk op betrekkelijk platte, effen oppervlakken zoals glas, kunststoffen en metaal (afb. 1a). In feite hebben effen oppervlakken een microscopische ruwheid.

Dit is een voordeel, aangezien de kit iets heeft om zich in “te verankeren” (afb. 1b).
Bij zeer ruwe oppervlakken, zoals mortel en hout, kan de kit niet in de oneffenheden dringen. Deze maakt dan alleen contact met de pieken, waardoor er slechts kleine hechtingszones zijn (afb. 1c).

 

 

2. Zuiverheid

Het oppervlak moet vrij zijn van stof, vuil, oude kitresten, vet, cementslib, enz. (afb. 2a en afb. 2b).
Het reinigen van het oppervlak voordat de kit (of primer) wordt aangebracht, heeft tot doel de verontreiniging te verwijderen. Verontreiniging vormt een barriere tussen de kit en het oppervlak, waardoor de hechting wordt verhinderd.

 

3. Stabiliteit

Het oppervlak moet druk- en vormvast en mag niet poederig zijn. Een gebruikelijk voorbeeld is het verbrokkelen van beton. Als dit het geval is, moet het losse oppervlaktemateriaal worden verwijderd of op de een of andere manier worden hersteld.

 

 4. Goede ‘bevochtiging’

Bevochtiging is een fundamentele parameter in de hechtingswetenschap. Het zegt iets over de compatibiliteit van kit (of primer) met het substraat. Om dit te illustreren, bekijken we een druppel water die op polyethyleen of PTFE wordt aangebracht. Als het oppervlak schoon is, zal door de lage oppervlaktespanning van PTFE, het water kleine druppels vormen en zich niet over het oppervlak verspreiden. Het heeft het oppervlak niet bevochtigd (afb. 3a). Als het water echter op zuiver metaal wordt aangebracht, zal het uitvloeien en het oppervlak bevochtigen (afb. 3b). De oppervlakken zijn duidelijk fundamenteel verschillend. Op moleculair niveau zou de kit (of primer) ook moeten “uitvloeien” over het oppervlak waarop het is aangebracht en zou deze zich moeten verspreiden en het oppervlak gelijk bedekken. Als de kit (of primer) en het oppervlak incompatibel zijn, zal de kit het oppervlak niet “bevochtigen” en een slecht contact maken. Dit slechte contact geeft vaak aanleiding tot onvoldoende hechting.

5. Goede kit/primer-formule


De kitproducent controleert de hechting door:

  • Formulebestanddelen te kiezen die de hechting bevorderen;
  • De viscositeit van de kit te optimaliseren, zodat deze in de oneffenheden van het oppervlak vloeit, maar niet uitzakt in de voeg;
  • Indien nodig primers aan te bevelen. Primers zijn bedoeld voor specifieke oppervlak/kit combinaties. De primer moet uitvloeien en zich aan het oppervlak hechten; de kit moet uitvloeien en zich aan de primerlaag hechten. Primers zijn niet universeel, maar ontworpen voor gebruik met bepaalde kitten. Sommige primers vormen een dikke film op het oppervlak. Anderen vormen een zeer dunne film en gedragen zich meer als hechtpromotor.

 

 

 Oppervlaktevoorbereiding


Alle oppervlakken kunnen stoffig, vuil, vettig, enz. zijn. Bovendien hebben sommige oppervlakken een specifieke verontreiniging (zie tabellen hieronder).

De tabellen geven enkele algemene principes over het reinigen. Voor meer informatie zie module 2.

Volg altijd de instructies van de kitfabrikant op.

 Poreuze ondergronden
 Oppervlak   Verontreiniging   Reinigingsprocedure
 Gestort beton       stof  Borstel los stof weg. Veeg het oppervlak schoon met een pluisvrije doek bevochtigd met water of een oplosmiddel (veeg in één richting, gebruik de 2-doeken-techniek). Laat het oppervlak drogen voordat u de primer/kit aanbrengt.
 cementslib  Verwijder met staalborstel. Veeg overblijvend stof weg zoals hierboven.
 Ontkistingsolie  Schuur met staalborstel tot oppervlak schoon is. Verwijder stof zoals hierboven.
 Olie/vet   Verwijder overtollig vuil met oplosmiddel. Zorg dat u het vervuilde oplosmiddel niet over schone oppervlakken verspreidt.
Als de olie in het oppervlak is ingedrongen, moet worden gestraald tot een nieuw oppervlak wordt bekomen.
Verwijder overblijvend stof zoals hierboven.
 Afbrokkeling  Verwijder los beton met een beitel of staalborstel tot een stevig oppervlak wordt verkregen.
Verwijder stof zoals hierboven.
Vul grote gaten met een geschikte herstelmortel.

 

gepolijst beton  Stof   Spoel met water meteen na het slijpen (hogedrukreiniger indien
beton mogelijk). Droog. Controleer gedroogd oppervlak op overblijvend
stof. Verwijder zoals hierboven.
 Natuursteen  Stof   Borstel los stof weg. Veeg het oppervlak schoon met een pluisvrije
doek bevochtigd met water of oplosmiddel (veeg in één richting,
gebruik de 2-doekentechniek). Zorg dat u het vervuilde oplosmid-
del niet over zuivere oppervlakken verspreidt. Laat het oppervlak
drogen voordat u primer/kit aanbrengt.
 Pleisterwerk    Stof  Borstel los stof weg. Veeg het oppervlak schoon met een pluisvrije
en overige doek bevochtigd met oplosmiddel (veeg in één richting, gebruik
minerale de 2-doekentechniek).
ondergronden
 Timmerhout    Houtzaagsel  Borstel los houtzaagsel weg.

 

 Niet-poreuze ondergronden
 Oppervlak   Verontreiniging   Reinigingsprocedure
 Glas   Alle 

 Veeg af met pluisvrije doek bevochtigd met oplosmiddel.

 Gebruik de 2-doeken methode.

 Geanodiseerd   Alle 

 Veeg af met pluisvrije doek bevochtigd met aluminium oplosmiddel.

 Gebruik de 2-doeken methode.

 Gewalst  Olie, oxidelaag 

 Schuur met schuurpapier. Veeg af met pluisvrije doek bevochtigd met oplosmiddel.

 Gebruik de 2-doeken methode.

 Staal   Olie, roest 

 Schuur met schuurpapier. Veeg af met pluisvrije doek bevochtigd met oplosmiddel.

 Gebruik de 2-doeken
methode.

 Verzinkt staal   Alle 

Veeg af met pluisvrijedoek bevochtigd met oplosmiddel.

Gebruik de 2-doeken methode

 Geverfd staal  Krijting, afbladdering 

 Schuur met schuurpapier. Veeg af met pluisvrije doek bevochtigd met oplosmiddel.

 Gebruik de 2-doeken methode.

Roestvrij staal   Alle 

 Veeg af met pluisvrije doek bevochtigd met oplosmiddel.

 Gebruik de 2-doeken methode.

PVC   Alle 

 Veeg af met pluisvrijedoek bevochtigd met oplosmiddel.

 Gebruik de 2-doeken methode

Geverfd hout   Krijting, afbladdering   Verwijder losse verf. Schuur af. Borstel stof weg.

 Veeg af met oplosmiddel. Gebruik de 2-doeken methode. 

 

 

Voor kitrenovaties is het vaak noodzakelijk om alle oude kit van de voegflanken te verwijderen (Zie hoofdstuk 2: Renovatie).

Wanneer de cohesie van een kit echter gebrekkig is (barst over de hele lengte), kan het soms mogelijk zijn om een nieuwe, meer elastische kit rechtstreeks op de resten van de oude kit aan te brengen.Alleen kitfabrikanten kunnen geschikte systemen aanbevelen. Zonder duidelijke richtlijnen is het beter om deze aanpak niet te overwegen.